In Memoriam Zuster Gezina van der Poll

Afscheidspreek voor zuster Gezina
op 22-1- 2008te Schinveld

Beste familie, beste medezusters, en alle andere mensen die hier aanwezig bent, 

Zuster Gezina  heeft geen gemakkelijk leven gehad. Haar kinderjaren speelden zich af in de oorlog. Toen ze pas in het klooster was stierf haar vader. Toen het kloosterleven veranderde  moest ze meermalen vertrouwde plekken achter laten en opnieuw beginnen. Er begon een nieuwe zoektocht om haar leven als religieus een nieuwe invulling te geven. De congregatie gaf haar de kans om in 1980 huishoudelijk werk op de pastorie te verrichten. Hierin vond zij nieuwe ontplooiingskansen. Maar ziektes dreigde weer roet in het eten te gooien. Bewonderenswaardig is het hoe zij er toch in slaagde van haar leven wat moois te maken. Ze had een opgewekt karakter, een groot doorzettingsvermogen en een sterk geloof. Dat was haar grote kracht. Ze had geleerd om vele malen vertrouwde dingen achter zich laten. Uithuilen, wegwezen en opnieuw beginnen was haar devies. En iedere keer begon ze weer enthousiast aan een nieuwe uitdaging. 

Ze was geknipt voor het werken in de parochie omdat ze  heel praktisch was ingesteld. En onbekende dingen pakte zij aan alsof ze jaren niets anders gedaan had.. Of het nu werken met een naaimachine was, het opruimen van een wespennest of maken van een bloemstuk. Ze begon er aan en er kwam altijd iets goeds uit.  Ze had het vermogen om op een positieve manier in het leven te staan en graag had een vaste kring van mensen graag met haar te doen. Zij was een harde werkster en zei: “een zuster van liefde moet gaan tot het uiterste”. Maar ze hechtte ook aan een sfeer van gezelligheid. Op de pastorie deed zij meer dan poetsen en koken. Ze zette heel wat mensen in beweging wanneer dingen moesten gebeuren in de kerk of op de pastorie. Sturen op een diplomatieke manier was haar levenskunst. Ze straalde goedheid uit, maar kon ook eerlijk   zaken benoemen en men nam dit van haar omdat er geen eigenbelang bij was. Daardoor kon zij veel tot stand brengen. Bij dit alles straalde zij oprechtheid en blijdschap uit en dat maakte haar zo bijzonder. Haar grote kracht was het geloof, maar daarmee liep zij niet te koop. De eucharistie betekende veel voor haar. En de kaarsen die bij Maria werden aangestoken zijn niet te tellen. Daarin vervatte zij de vele intenties voor anderen en voor haar zelf.  

Ze leefde heel sterk vanuit het geloof in de verrijzenis. Waar onprettige dingen gebeurden geloofde zij toch in betere tijden. Daardoor gaf zij aan velen hoop en bemoediging. Door haar vechtlust bereikte zij toch nog heel veel, waar anderen de hoop hadden laten varen. Een grote beproeving beleefde zij wanneer zij weer geplaagd werd door een nieuwe ziekte. Maar het werk in de parochie wilde zij niet opgeven, ook al spoorden mensen haar daartoe aan. Zij bleef zich geven. Omdat zij zoveel van zichzelf gaf, kreeg zij ook veel van andere terug. Op haar is het woord van toepassing: wie overvloedig zaait, zal ook overvloedig oogsten. Ze gaf veel, maar kreeg ook veel terug in het contact met mensen. In ieder parochie had zij een kring van medewerkers op wie zij altijd kon rekenen. Ook bij een vertrek naar een andere plaats bleven vele contacten bestaan omdat ze gebaseerd waren op vriendschap en genegenheid.    Jarenlang kende zij een grote bedrijvigheid. Toen haar krachten  afnamen ondervond zij een nieuwe opdracht. Het was voor haar niet moeilijk om voor anderen alles te kunnen missen. Maar nu moest  zij zichzelf uit handen geven. En dat kostte tijd. Bewonderenswaardig is het hoe zij haar ziekte gedragen heeft. Lang was voor het leven sterker dan de dood. Maar toen de dood sterker werd dan het leven, groeide zij toe naar het afscheid.  

Bij velen heeft zij een snaar geraakt. Zij kon goed luisteren, relativeren en op bepaalde momenten ook kordaat handelen. Zij doorbrak het beeld dat zusters ernstige mensen zijn door  mee te doen met veel dingen. Maar ze had ook een haarscherp gevoel voor wat wel of niet kon. Daardoor wist zij jong en oud aan zich te binden. Zo heeft zij op een heel eigen wijze getuigenis afgelegd van haar leven als religieus.  

Nu zij gestorven is moeten wij erkennen dat wij haar los moeten laten. Zij heeft haar leven hier op aarde voltooid. Maar wat zij voor ons betekend heeft blijven wij in ons leven met ons meedragen: haar dienstbaarheid, haar blijdschap en haar ongekunsteld geloof. Zij leefde  vanuit het besef dat er een God in de hemel is die voor ons zorgt en dat heiligen, die je aanroept, je ook helpen. Met hun kun je praten en aan hen mag je ook van alles vragen. Haar loslaten betekent haar ook gunnen dat zij naar God mag opgaan, waar nu ook haar plaats is. Toch hoeven wij niet zonder haar verder te gaan. Want wij geloven dat zij vanuit het leven bij God ons blijft volgen. En het zou zuster Gezina niet zijn  als zij ons ook blijft sturen met zachte hand. Eens zullen wij haar weer terug zien in onze ontmoeting met de Heer.

Amen 

pastoor Huub Adema

 

Tekst bidprentje

In gebed zijn wij verbonden met

ZUSTER GEZINA VAN DER POLL

Johanna Wouterina

 

Zij werd geboren te Utrecht op 28 april 1938. Gesterkt door het sacrament der zieken, is zij overleden in het ziekenhuis te Sittard op 17 januari 2008. Na de uitvaartdienst in de H. Eligiuskerk te Schinveld op 22 januari hebben wij haar ter ruste gelegd op het kloosterkerkhof van Huize Mater Misericoridiae te Tilburg. 

Zij raakte binnen het gezin al vroeg vertrouwd met sociale betrokkenheid en liefde voor de Kerk. In de  oorlog verbleef zij enige tijd als evacué op een pastorie te Sappermeer, waar de pastoor en zijn zus haar in de watten legden. Toen zij terugkeerde in het gezin betekende dit een aanpassing. In navolging van drie zussen trad zij in 1957 in bij de Zusters van Liefde te Tilburg. Haar intelligentie kwam naar voren in haar praktisch bezig zijn. In diverse kloosters had zij de leiding over de keuken. In de jaren zeventig maakte het religieus leven een verandering door. Daardoor werd zij op het spoor gebracht om in een totaal nieuwe setting invulling te geven aan haar leven als religieuze. Zij solliciteerde in 1980 naar een functie als ‘huishoudster’ en gaf haar beste krachten in verschillende parochies. Zij had het vermogen om mensen op een wonderlijke wijze aan zich te binden door haar humor en realiteitszin. Veel mensen in de pastorie van Weert, Roggel, Maasniel en Schinveld genoten van haar gastvrijheid en belangstelling voor wat in hun leven belangrijk was. De keuken was haar domein waar zij kookte, maar ook pastoraal bezig was. Voor ernst en plezier was altijd ruimte. Oneerlijkheid  verafschuwde zij zeer en haarscherp wist zij mensen met zulke bedoelingen te doorgronden. Op momenten dat er wat extra’s moest gebeuren zoals het herstel van de kerk van Roggel wist zij op wonderlijke wijze mensen te enthousiasmeren met koekjes en het goede voorbeeld. In iedere parochie werd zij aangesproken als ‘de zuster’ en daarin verbond zij haar verleden met het heden. Voor de pastoor was zij een belangrijk klankbord en op een meesterlijke wijze wist zij te sturen om zaken in goede banen te leiden. Elf jaar geleden werd zij geconfronteerd met een ongeneeslijke ziekte. Door steun van haar familie en vrienden plus een sterke wilskracht kon zij zich handhaven op de pastorie.  Zo kon zij er voor de mensen zijn op haar manier. Anderhalf jaar geleden keerde haar ziek zijn terug en een tijdje hoopte zij op genezing. Toen het tot haar doordrong dat genezing niet meer mogelijk was leefde zij iedere keer weer toe naar een nieuw moment. In haar ziek zijn was zij een bemoediging voor ieder die met haar te maken had. De laatste weken voelde zij aan dat het niet lang meer zou duren en dit heeft zij ook moedig aanvaard. Met dankbaarheid nemen wij afscheid van haar en gunnen haar voor altijd thuis te zijn bij God.

 

Ik blijf vechten!

 

Ik blijf vechten zij U, als ik, na even bij U te zijn gewest, weer weg ging, U, de vaste baak op onze pastorie!
Ik blijf vechten zij U, U - ons centraal aanspreekpunt, omdat ik nog veel te doen heb hier bij en met jullie!
Ik blijf vechten zij U, U - onze geweldige adviseur!
Ik blijf vechten zij U, U - onze bemiddelaar en vredestichter!
Ik blijf vechten zij U, U - onze fantastische gastvrouw die een bijzondere sfeer wist te creëren in de pastorie en daarbuiten!
Ik blijf vechten zij U, U, ... , en de vechtlust was duidelijk in Uw ogen te constateren.

God, lieve Zr. Gezina, had U met veelvoudige talenten bedacht die U graag in dienst stelde aan en voor de mensen!
Een ieder die U kende was aangedaan van Uw hartelijkheid, Uw vriendelijkheid, van Uw bereidschap voor een ieder een open oor te hebben en Uw dienstbare behulpzaamheid.
Met Uw grote liefde voor de mensen en de kinderen in het bijzonder, Uw diep geworteld geloof, dat in Uw doen en laten op een natuurlijke wijze duidelijk te voorschijn kwam, heeft een diepe indruk achterlaten.
Het is een bijzondere eer voor ons geweest met U - een geweldig mens - een stuk samen op onze aardse weg te mogen gaan. Dit vooral voor de achtergrond van een zeker niet gemakkelijk te dragen ziekte, die U al langer in de ban hield. De laatste tijd werd U heel heftig op de proef gesteld, maar u bleef zeggen: Ik blijf vechten! Alleen, de vechtlust was niet meer zo duidelijk in Uw ogen aanwezig.
Deemoed en bescheidenheid tegenover Zijn plannen, ook al waren ze al altijd aanwezig, werden nog duidelijker.
Vanuit onze waarneming heeft U de aardse pelgrimstocht met bravoure afgelegd. Wij zijn dan ook ervan overtuigd en dat geloven wij, dat U nu als loon bij Hem in Zijn
heerlijkheid mag zijn.
Het doet pijn U niet meer onder ons te weten, maar onze geloof geeft ons de hoop, U nu als een directe voorspreekster bij God de hebben.      

Wilfried Geilenkirchen